Na zonneschijn komt regen

25 oktober 2021 - Figline Valdarno, Italië

Ondanks dat ik vrijdagochtend uitslaap word ik moe wakker en ik voel me een beetje sip. De komende dagen zijn er onderweg meerdere leuke plekjes achter elkaar die ik graag wil zien, dus ik maak niet zo veel kilometers. Zo ook vandaag, dus ik loop wat te treuzelen met het opruimen van de tent. Het is al behoorlijk warm als ik op de fiets stap richting Anghiari. Dat maakt het klimmen er tegen de tijd dat ik daar ben niet gemakkelijker op;) De agriturismo ligt erg mooi tegen een heuvel met een zwembad erbij, waar ik me de rest van de middag prima vermaak met mijn boek. Ik wilde eigenlijk ook nog graag het historisch centrum in, maar ik ben lui en besluit lekker nog een dagje te blijven zodat ik dat morgen kan gaan bekijken. Op dit plekje staan de tenten apart van de campers en caravans en zo aan het eind van het seizoen ben ik nog de enige tent. Ik heb daardoor vrij weinig aanspraak -afgezien van een zeldzame goeiemorgen- en als het in de groepswhatsapp van mijn oud-huisgenoten bol staat van de leuke foto’s van het weekendje weg dat zij samen zijn, vraag ik me wel even af wat ik hier in mijn eentje op deze berg in Italië zit te doen…  Langzaam begin ik het wel zat te worden dus ik kijk -stiekem- alvast naar de terugreis met de Flixbus en kom tot de ontdekking dat er alleen maar reizen terug naar Nederland gaan -waarin mijn fiets mee kan- in het weekend. Ik besluit direct te boeken -en vertel nog niks aan het thuisfront- voor komend weekend. Dan kan ik die leuke dingen onderweg nog zien en eindig ik mijn reis met een paar dagen Florence. En dan kan ik die laatste week nog een rondje Nederland doen om lieve vriend(inn)en te bezoeken. Fijn:)

Zaterdag wandel ik door de knusse en romantische binnenstad van Anghiari en na de lunch duik ik weer met mijn boek bij het zwembad. Ik heb de laatste jaren zoveel persoonlijke ontwikkelingsboeken gelezen dat ik helemaal was vergeten hoe het ook alweer voelt om je compleet te verliezen in een roman. Echt heerlijk! En al helemaal  lekker dat dat piekerhoofd dan -eindelijk- even uit staat;) ‘s Avonds geniet ik voor mijn tent -ondanks dat het langzaam fris word- van de sterren en kruip daarna lekker mijn mandje in. 

De volgende morgen sta ik op tijd op. De route geeft vanaf hier twee varianten, de oorspronkelijke route met een hoge klim en een lichtere variant. De kampeermogelijkheid bij de hoge klim staat zo leuk beschreven in het boekje dat ik daar  de klim graag voor maak, maar ik vind het nog steeds wat lastig inschatten hoe lang ik over die hoogtemeters doe, dus dan ga ik liever op tijd weg. Daarbij komt dat er slecht weer is voorspeld aan het einde van de dag, dus ik hoop dat ik mijn tentje nog droog kan opzetten. Als ik net op de fiets zit en na een eerste klim naar beneden suis komt me een groep van zo’n 20 wielrenners tegemoet. Ze steken hun hand naar me op, joelen en roepen ‘Brava!’. Ik kan niet anders dan met een brede grijns op mijn smoel terugzwaaien. Goed begin van de dag zo, daar heb ik nog wel even plezier van;) Ik beland in een bergdal van blauwachtige rotsen en het is er inderdaad -zoals het het boekje beschreef- muisstil. Kort na de afdaling volgt de klim via de bekende haarspeldbochten door voornamelijk loofbos. Ik ben weer eens niet vooruit te branden en stop regelmatig even om uit te hijgen of wat te eten. Als ik het telefoonnummer bij het logeeradres voor vanavond bel en geen gehoor krijg, stuur ik een mailtje - want ik wil natuurlijk niet weer voor een dichte deur komen te staan. Binnen een kwartier krijg ik een super vriendelijk mailtje terug, dat ik van harte welkom ben en de tent gewoon mag opzetten -ze zijn bij vrienden druiven plukken dus niet thuis- en zelfs een biertje uit de koelkast mag pakken als ik wil. Ik kijk uit naar dit leuke plekje en de ontmoeting. 

En terecht. Ik beland op een super romantisch plekje met vanuit de tuin een prachtig wijds uitzicht! Het huis is oud en valt nog net niet uit klaar maar het ziet er zo lief uit:) De tuin bestaat uit meerdere plateaus, op de eerste een mega moestuin en de tweede staat vol met amandelbomen. In het kleine sanitair gebouwtje zitten twee houten deuren met in die van de toilet een gaatje in de vorm van een hartje! De deuren van het woonhuis zijn gewoon open en er hangen oude kralen vliegengordijnen in de deuropening. Ongegeneerd loop ik naar binnen -dat laat ik me natuurlijk geen twee keer zeggen- maar laat het bier lekker in de koelkast, want dat lust ik niet;) Wat een heerlijke plek! Het ademt er rust en het is er zo heerlijk stil. Ik wil hier niet meer weg! Als ik onder de douche vandaan kom, lopen de eigenaren net de tuin in. Het is een Nederlands echtpaar, hij is net met pensioen, zij moet nog een jaar. Ze hadden onderweg al gekeken of ze me ergens hadden zien fietsen, maar ik kwam van de andere kant. Sinds Reitsma de lichte variant heeft toegevoegd aan de route komen er veel minder mensen bij ze kamperen in de tuin en dat vinden ze stiekem wel jammer. ‘Gelukkig heb je je tent bij het sanitair gebouw gezet, ‘s nachts komen daar vaak wilde zwijnen’, en hij wijst een plateautje naar beneden. ‘Eet je straks mee?’, ‘Graag!’. Ik plof eerst nog even op mijn stoeltje, genietend van het uitzicht en haal dan zelfs nog even mijn tekenboeken tevoorschijn, voordat ik bij ze aansluit voor het eten. Ze waren overdag druiven plukken bij vrienden die hun eigen wijnproductie hebben -en ook nog een goeie als ik ze mag geloven, de wijn wordt verkocht in het museumcafé van het Rijksmuseum!- en er wordt lekker nagepraat over hoe het was vandaag en ik moet natuurlijk wat proeven;) Haar broertje is een weekje hier en wil stiekem ook wel een keertje naar Rome fietsen, dus hij vraagt me het hemd van het lijf over hoe ik dat dan allemaal doe met mijn tent en mijn fiets en koken. Super leuk! En ik wil natuurlijk alles weten over hoe zij hier terecht zijn gekomen. We hebben een heerlijke avond samen. 

Op dag achtenveertig zwaaien ze me bij mijn vertrek met z’n drieën uit. Als ik eenmaal op de fiets zit mag ik niet niet meer achterom kijken van haar, dat vind ze te gevaarlijk -terwijl zijzelf net nog hoog op een ladder een amandelboom stond te snoeien;)- ‘Ga er maar gewoon vanuit dat we zwaaien!’, lacht ze. Ik beloof ooit eens terug te komen en laat daarna dit paradijsje achter me. Eerst moet ik inderdaad een eind naar beneden -hier behaal ik mijn topsnelheid van 53(!)km/h- en als ik hem mag geloven is het daarna voornamelijk vlak tot aan Figline Valdarno, waar ik vandaag nog naartoe wil. Dan kan ik morgen naar Florence. Ik heb een beetje moeite om mijn draai te vinden, na weer zoveel gezelligheid van gisteren, en als ik -na een boodschap in Subbiano- compleet in gedachten ben verzonken, schrik ik me rot van ineens een sirene achter me. Ik vraag me even af of ik word aangehouden. Maar ik word alleen maar ingehaald door een motoragent. En nog een. En nog een. En daarna volgt een auto met twee racefietsen op het dak, zoals je wel ziet bij de Tour de France. En dan word ik ineens ingehaald door een heel peloton! Dit is toch hilarisch! Ik houd mijn stuur stevig vast, want ze fietsen vlak langs me heen en ik wil natuurlijk geen valpartij veroorzaken zoals die vrouw met dat kartonnen bord;) Er volgen nog een paar auto’s -waar een aantal mensen uit het raam hangen en een duimpje naar me opsteken- en als laatste nog een ambulance en dan zijn ze ook al weer weg. 

Ik klap mijn stoeltje uit in de berm langs de kant van de weg om te lunchen en fiets daarna door het echte Toscaanse landschap met roze villa’s en hoge cipressen. En eigenlijk is het er nog best heuvelig. Heuveliger dan ik had verwacht in ieder geval. Totaal niet ‘zo goed als vlak’, zoals ze me gisteren hadden beloofd;) Ik ploeter langs een leuk stadje, maar ik gun me geen tijd om er een kijkje te nemen. En dan eindelijk eindelijk EINDELIJK -na toch ineens een nare rotklim op het eind-kom ik om kwart voor 6 op de camping. Maar die is… -je raadt het al- gesloten…! OH MY GOD, wat een fuckzooi! In het routeboekje stond dat ‘ie nog heel oktober open zou zijn. FUUCK! Op de deur van de receptie hangt een briefje dat hun andere camping in Florence wel het hele jaar open is. Ja, alsof ik daar nog even heen fiets… De goedkoopste mogelijkheid op booking.com is €112,- voor één nacht! Dat ga ik natuurlijk niet doen… De volgende camping is nog 15kilometer èn weer een rotklim. Maar ik moet wel. Ik bel wel even of zij wel echt open zijn. De mevrouw aan de telefoon is super vriendelijk, en zegt dat ze op me zullen wachten, als ik zeg dat ik er over zo’n 1,5u ben. En daar ga ik.

Ik moet een paar keer flink dalen en daarna ook weer klimmen en dan begint het te schemeren. Shit, waarom was ik ook alweer zo gierig om niet gewoon in dat hotel te gaan liggen? Als ik hier word platgereden had ik er vrij weinig aan… Ik doe mijn hoofdlamp op voordat het echt donker wordt en ploeter dan hypergefocust de berg op -terwijl ik mezelf wel voor mijn kop kan slaan dat ik hier in het pikdonker fiets. Stijf van de adrenaline en nat van het zweet beland ik om 19:30 eindelijk op de camping. Bij de receptie graai ik in mijn voortassen voor mijn legitimatie. Maar… Waar is mijn portemonnee?!

5 Reacties

  1. Suzanne:
    25 oktober 2021
    Ennnn ..... waar was je portemonnee???
  2. Jo:
    25 oktober 2021
    Oneee cliffhanger….
    Wat n verhaal weer, pammie
    Ik ga t lezen missen hoor♥️
  3. Natascha:
    26 oktober 2021
    Wordt vervolgd….

    Een reis met pieken en dalen… letterlijk, zoals Tygo zou zeggen. 😊
  4. Sandra de bruin:
    26 oktober 2021
    Wat.......😳
  5. Ellie:
    26 oktober 2021
    Dat van die Portemonnee is toch al eerder voorbij gekomen, of vergis ik mij nou??? Wat ik mij ook nog afvraag omdat ik er niets meer over lees. Ben je na je wat vreemde sollicitatie gesprek nog aangenomen? Succes met de terugreis nichtje, geniet er nog maar van. Hier is het koud en echt herfst 🍂💋