Mag ik de regen terug?

7 juni 2016 - Fontès, Frankrijk

Narbonne, de eindbestemming van de route, ligt niet aan de Middellandse zee, daarom staat er in het boekje eerst een route naar Valras-Plage -ze kunnen de naam van de route natuurlijk niet te niet doen-. Ik heb bedacht dat ik daar eerst naartoe ga en er de dagen zal doorbrengen die ik over heb tot Matthijs komt. Het is dan nog 33km fietsen naar Narbonne. Toen ik op de helft was, vond ik het eigenlijk jammer dat ik al weer was begonnen met aftellen. Inmiddels, nu de finish echt in zicht is, kijk ik uit naar de hereniging met hen die het allerbelangrijkste voor me zijn.

Op mijn dertigste dag zat ik tegen een uur of 10.00u op de fiets. Dat vond ik vroeg genoeg voor de zondagochtend -voor het idee dat het een zondag was, want ik ben al heel gauw na vertrek de dagen kwijtgeraakt-. Ik had spijt dat ik niet wat eerder weg was gegaan, want het was gelijk warm, wat het beklimmen van de berg behoorlijk bemoeilijkte. Na een uurtje trappen, stopte ik even om verbinding met het internet te maken en te kijken of er al reacties zouden zijn op mijn laatste reisverhaal. Dat was gelukkig het geval -Oh, ik word toch elke keer weer zo vrolijk van al die reacties van jullie!-, ze stimuleerden me weer even om flink door te trappen. Toen ik tegen het middaguur was gestopt voor een boterhammetje doemde er een hele grote donkere wolk op. Ik stapte gauw weer op mijn fiets, in de hoop hem voor te blijven. Stevig doortrappend, keek ik af en toe angstig achterom -ik weet niet welke gemenerik vond dat ik te traag fietste en 'm daarom stuurde, maar het is gelukt hoor...- Toen ik St. Quintin-la-Poterie naderde, had ik alweer trek, de supermarkt was helaas een uur geleden dicht gegaan, dus ik hield het bij mijn blikje sardientjes en komkommer, aangezien ik het beetje brood dat ik nog over had, nodig had voor de volgende ochtend. Er waren wel wat aardewerk- en porselein winkeltjes open in dit lieve dorpje, maar daar reed ik maar gauw voorbij, ik had er ten eerste geen geld voor en ten tweede helemaal geen plek voor in mijn fietstassen -en ik ben een kluns, dus de kans is groot dat het de verdere reis niet zou overleven-. In het drukke Uzès was gelukkig een boulangerie open, waar ik gretig mijn chocolade croissantje naar binnen werkte. Terwijl ik verder fietste, werd ik vanaf de terrasjes door de mensen-kijkende-mensen nagekeken en aangestaard. Ik kon het niet laten om dan als een koningin te zwaaien:) 

Er leek geen einde te komen aan deze hete dag -toen ik dacht dat het in Poligny warm was, had ik deze dag nog niet gehad...- Als ik een foto wilde maken met mijn mobiel, die ik in een heuptasje over mijn fietsbroekje droeg -zo een als tante Anja heeft voor het hardlopen-, moest ik eerst het zweet van mijn lens vegen. Ik had goed geluisterd naar Toon en dronk braaf ieder uur een bidon leeg -meer zelfs, want aan het einde van de dag had ik 3 liter water achter de kiezen!- Het werd pas helemaal zwaar het laatste stuk, waar geen greintje schaduw te bekennen was. Toen ik eindelijk het kruispunt naderde, waar ik om de route te volgen rechtsaf moest, ging ik rechtdoor naar Souvignargues voor de camping. Dat zou nog 1km moeten zijn, maar dat waren er gevoelsmatig wel 10. Bij de receptie werd ik zeer vriendelijk geholpen. De campingbaas vertelde dat ze hier gisteren gigantische regen en onweer hadden gehad -was ik er dus mooi aan ontkomen-, er stonden nog grote plassen op het terrein. Ik zette gauw mijn tent op en dook daarna voor het eerst sinds mijn reis een zwembad in -in voorgaande zat geen water of het was te koud(?)-, daar knapte ik flink van op. Na het eten en de afwas kroop ik lekker in mijn slaapzakje.

Vanmorgen op dag eenendertig opende ik, enigszins teleurgesteld, het allerlaatste briefje en stopte hem zorgvuldig in mijn reisdagboekje. Om 9.00u, toen mijn fiets gereed stond om te gaan, belde ik nog even gauw naar mijn oma om haar te feliciteren met haar 81e verjaardag en stapte daarna op de fiets. Dat uurtje dat ik eerder weg was gegaan, scheelde toch voor de warmte. In het eerste dorpje dat ik naderde stopte ik bij de boulangerie, daar had ik voorlopig genoeg aan, maar ik moest vandaag nog wel een supermarkt zien te vinden. Die zou volgens mijn Mio aan de andere kant van het dorpje zijn, maar ik kon hem niet vinden. Ik besloot dus nog een stukje door te fietsen naar Sommières. Daar trof ik een grote Netto, dus kon ik genoeg eten voor de komende dagen aanschaffen. Inmiddels had ik besloten dat ik maar eens moest minderen met dat gesnoep -met al dat fietsen verbrand ik natuurlijk veel meer dan ik op een dag eet, maar straks in Nederland niet meer-, dus stapte ik over van een zak Haribo per dag, naar een rolletje Mentos per dag. Ze kennen hier natuurlijk geen drop-Mentos, maar die met fruitsmaak zijn ook erg lekker! Ik baalde wel een beetje dat ze hier alleen van dat vieze, droge, vierkante, sandwichbrood hadden, wat we ook altijd op vakantie in Italië aten, maar ik moest toch wat -ja, ze hadden natuurlijk ook stokbrood, maar dat vult echt voor geen meter en neemt wel veel ruimte in beslag in de tas- Toen ik weer buiten kwam, liep ik tegen een warme muur op. Onvoorstelbaar dat het ineens weer zo heet was. Van het water dat in mijn bidon zat, kon ik een kopje thee zetten en op mijn zwarte bagagezak kon ik een eitje bakken. 

Ik fietste traag door, over het redelijk vlakke, nauwelijks met bomen begroeide, landschap met kilometers voor me de bergen. Ineens hoorde ik achter me een fietsbel. Het was een Frans stel, Claude en Isabel, die ook op fietsvakantie waren. We stopten even om op de kaart onze routes aan te wijzen. Zij zouden naar een camping in St. Martin-de-Londres, maar ik wilde graag nog een stukje -zo'n 7km- verder, naar een air naturelle camping in Frouzet. Anders zou ik morgen twee heftige klimmen na elkaar krijgen en nu maar één. Isabel -die als enige van de twee Engels sprak- dacht dat het daar wel erg mooi zou zijn, want het lag in de bergen, dicht bij een rivier. Al fietsend en kletsend, naderden we langzaam de bergen die uren geleden nog in de verte voor me lagen. Na een tijdje samen te hebben gefietst sloegen zij een zijweggetje in voor de lunch, ik fietste liever nog wat verder, dichter bij de bergen, met hoop op meer schaduw. Ik reed om de berg Pic Saint-Loup heen, volgens het routeboekje een dominante puist in het landschap, maar ik had eigenlijk meer aandacht voor de berg ernaast, met haar hoge rotsen. In een schaduwplekje at ik mijn vierkante sandwichbrood, dat eigenlijk hartstikke lekker bleek te zijn. Met een volle maag trappelde ik door naar St. Martin-de-Londres, waar de echte klim nog zou moeten beginnen. Het was zo ontiegelijk heet, dat ik bijna mijn regen terug wenste. Mijn ledematen waren gehuld in een laagje vocht, mijn natte handjes glibberden van mijn handvaten en er stond een laagje zweet in het riempje van mijn helm -blèh-. Ik kwam die rotberg bijna niet over, puffend kroop ik naar boven -één olifant achter de fiets? Nee, wel drie!- Elke keer als ik een bocht naderde hoopte ik te zien dat het daarna bergafwaarts zou gaan. Nee, nog niet. En nog niet. Nog steeds niet?! Er kwam geen einde aan dat rotding! -Die vervelende laatste loodjes wegen echt het zwaarst.- Maar toen toch eindelijk: de afdaling. Het uitzicht was adembenemend! Terwijl ik de berg af suisde, kon ik weer een beetje afkoelen. In Frouzet naderde ik al gauw een bordje. Er stond een naam op en onder de naam was ruimte over op het bordje. Ik liep er dichter naartoe om het beter te kunnen bekijken en herkende er vaag het tekentje van een tent en een caravan in. De camping, eindelijk! Ik fietste opgelucht het hobbelige straatje in. Toen ik na 2km fietsen de camping naderde, zag ik net zo'n knalblauwe Volvo als die van Matthijs. Het zal toch niet? En dat was het natuurlijk ook niet, hij had een Frans kenteken *pruillip*. Ik liep om het huis heen het bordje receptie volgend. Daar trof ik een meneer, waaraan ik vriendelijke vroeg of dit de camping was. 'Ik heb al 10 jaar geen camping meer', antwoordde hij geïrriteerd. -FUUUUUCK...- Dit was al jaren een verblijf voor alleen grote groepen, hij had geen vergunning om hier mensen te laten kamperen. Ik zei dat ik toch echt een bordje had zien staan. 'Dat kan helemaal niet', snauwde hij. Jawel, aan het begin van het dorp. Dat was volgens hem zwart gemaakt. Jemig, ik had er toch echt nog de symbolen van de camping in herkent. Is het zó moeilijk om een nieuw bordje te laten maken? Stommeling. De volgende camping was 25km verder en dat was voor nu -het was al 18.00u- te laat om nog naartoe te fietsen. De Gîte de France waar ik -gelukkig- naartoe had gebeld was al vol, dus er zat niks anders op dan terug te fietsen naar St. Martin... God* gloeiende, gloeiende!! Waarom, moest ik dit nu -drie dagen voor de finish- nog leren?! Uilskuiken! Het vervelende was dat ik nu dus wéér die klote berg over moest. Kwaad stampte ik de berg op, vloekend nog een rol Mentos achterover stouwend. 

Een uur later viel ik met mijn neus in de boter. Op de camping gingen ze namelijk bbq'en, omdat ze zoveel jaar open zijn. Je moest wel je eigen vlees mee nemen en omdat ik dat niet had, kreeg ik dat van een vriendelijke meneer op de camping. Na een frisse duik in het zwembad sloot ik vrolijk aan bij de feest vierende mensen. Op een tafel lag een berg verkleedkleren en omdat ik niet achter wilde blijven trok ik zo'n leuk rood Chinees jurkje aan -zo een had ik altijd al eens aan willen hebben!:)- Ik switchte af en toe tussen de Franse tafel, waar mijn Franse vrienden die ik vanmiddag had ontmoet aan zaten, en de Nederlandse tafel. Mijn reis werd -natuurlijk- weer bewonderd. Ik vertelde vrolijk dat ik me nu realiseer wat er echt belangrijk voor me is. Meneer antwoordde daarop dat je het goede alleen kunt waarderen, als je het slechte hebt gekend. Ik vond dat ik het tijdens mijn reis nou ook weer niet zó slecht had gehad, maar ik vond het toch een mooie. Met die filosofische gedachte sloot ik de avond bij het gezelschap af. Via Skype kletste ik nog even aan de andere kant van de lijn met de oma's en mama en Ilona en later nog even met Matthijs. Terwijl ik vrolijk zwaaide naar mijn telefoon, zwaaide het grote gezelschap op het terras uitbundig terug, haha. Voor ik het wist was het al weer laat en kroop ik gauw in mijn tentje.

Dag tweeëndertig begon ik met het checken van de openingstijden van de camping waar ik heen wilde -ik had geleerd van gisteren-. Gelukkig had ik dat gedaan, want de camping bleek pas vanaf 1 juli haar deuren te openen! Dan moest ik maar een camping eerder nemen. Klokslag 9.00u stapte ik op de fiets met een vreemde gedachte: morgen is de laatste dag. Morgen, aan het eind van de dag, bereik ik de Middellandse zee! Dat klonk nog onwerkelijk. Ik had niet erg veel tijd om daar bij stil te staan, want ik had nog een appeltje te schillen met die rotberg -die ik nu voor de derde keer ging beklimmen-. Het was weer net zo zwaar als gisteren de eerste keer -Had ik me misschien weer kwaad moeten maken? Toen ging het een stuk makkelijker- Halverwege stopte ik om nog maar een extra boterhammetje naar binnen te dauwen, want ik voelde me zo slap als een vaatdoek. Daarna was de top van de berg eigenlijk al weer gauw in zicht. De zon stond nu natuurlijk aan de andere kant van de hemel, daardoor werden de bergen heel anders belicht dan gisteren aan het einde van de middag. Veel mooier zelfs! Toch een gelukje dat ik dat nog een keertje mocht zien:) Ik stoof Frouzet in en ook gelijk weer uit en daarna was het, tegen mijn verwachting in, nog een heel stuk dalen -dat verklaart waarom ik gisteren zo gauw weer bovenop de berg stond-. Ik voelde de zon alweer knetteren op mijn rug, dus besloot ik mijn andere fietstopje aan het topje dat ik droeg te knopen en mezelf te beschermen tegen nog heftigere verbrandingen. Ik waande me superwoman toen ik verder afdaalde, mijn groene cape fladderend achter me aan *grijns*. Het was daar werkelijk prachtig! Ik was inmiddels een soort gewend aan het feit dat ik dit in mijn eentje 'moest' bewonderen en ik genoot met volle teugen. Die bergen, die rotsen, de bebossing en de groen/blauwe rivier L' Hérault die daar tussendoor kronkelde: geweldig! Ik stopte vaak om even te genieten en natuurlijk foto's te maken. Het is en blijft nog steeds bizar om mijn fiets te zien staan in dat prachtig mooie landschap. Na de brug over de rivier stond er weer een zware klim op me te wachten, die met die hitte weer niet te harden was. Gelukkig werd ik af en toe aangemoedigd door voorbij rijdende scooters of wielrenners. In Causse-de-la-Selle hoopte ik een boulangerie te treffen, want ik kon wel wat suikers gebruiken, maar dat was niet het geval. Een stukje verderop stonden Claude en Isabel ineens weer voor mijn neus, die hadden me ingehaald toen ik een rondje door het dorpje deed. Ze begreep dat het voor mij met al die bagage een zware opgaaf was, ze vertelde dat zij in de Franse Alpen woont, dus zij was wel wat gewend. Ze had veel respect voor me, dat ik gisteren gewoon terug was gefietst naar de vorige camping. Als ze mij was geweest had ze waarschijnlijk ergens aangebeld en gevraagd of ze de tent in de achtertuin had mogen zetten! We fietsten samen verder, het laatste stuk van de klim ging daardoor veel gemakkelijker. Daarop volgde een lange afdaling die zich kronkelde door ruige rotspartijen -Oh, heerlijk!-. Alweer een nieuw snelheidsrecord: 48 km/h! De rivier lag daar diep verzonken tussen de rotsen. Fantastisch! Isabelle nodigde me uit met hen te lunchen langs de rivier, als ze wat te eten hadden gescoord in St. Guilhem-le-Désert. Eenmaal daar besloot ik dat ik toch liever mijn eigen weg ging en we namen afscheid van elkaar. Op mijn gemakje struinde ik door de souvenir winkeltjes in dit mooie plaatsje en liet weer -net als vorig zomer- een gekleurde sliert in mijn haar vlechten. Ik kocht bij een lief cafeetje een goed belegde grote bol met kip en at die langs de rivier op, op een bankje in de schaduw. Langzaam verliet ik dit prachtige gebied en werd het landschap weer wat vlakker, met aan weerszijden van de weg de uitgestrekte wijngaarden. Af en toe keek ik nog achterom, naar de bergen die me net nog al dat moois hadden geboden. Ineens hoorde ik een meeuw. Zou ik de zee hier al kunnen ruiken? Ik was blij toen ik eindelijk de camping in Fontès bereikte en dook daar nog gauw -voor sluitingstijd- het zwembad in om af te koelen. Wat minder blij was ik, toen ik erachter kwam dat er drie eieren in mijn eierdoosje kapot waren gegaan en mijn kleren vies waren geworden -waaronder mijn nieuwe witte broekje...- Na het eten werkte ik braaf mijn blog bij, om vervolgens de ogen te sluiten. Morgen de laatste dag!  

11 Reacties

  1. Oma:
    10 juni 2016
    Lieve,lieve schat,wat een prestatie heb je geleverd.Als je op deze tocht nu nog niet jezelf bent tegen gekomen doe je dat van ze lang zal ze levensdagens niet meer.
    Diep respect is wat ik voor je voel en zal je weer bij de verjaardag van je zus,daarom heel heel flink knuffelen.
    Dikke kus ,jajaja van je opoe met de baard,heb nog samen met Mathijs een fijne zeer welverdiende tijd samen.liefs.xxxx
  2. Anja de tante:
    10 juni 2016
    Whaaaaaaa, ouwe olifantensleepster, ze is er gewoon bijna!!!!!!!
    Echt ongelofelijk hè? Gewoon dat hele pókken-end gefietst!
    Realiseer je je wel dat je thuis straks nooit meer kunt zeggen dat je iets te ver fietsen vindt, als ze je om een boodschap willen sturen? ;)

    Inmiddels lig je waarschijnlijk met je voetjes in de Middellandse Zee en je eikenhoten billetjes in het MiddellandseZeezand :)
    Ik wens je een héérlijke vakantie toe met je Ware Geliefde, met héérlijk uitrusten en genieten. Kind, wát heb jij dat verdiend!

    Dikke kus van je Trotse Tante
    XXX
  3. Jolien:
    10 juni 2016
    Jaaaaa, je bent er bijna! Wat oma ook al zei: wat een enorme prestatie. Heel veel succes nog van je laatste dag en geniet ontzettend van je welverdiende vakantie met Matthijs!

    Liefs, Jolien en Ronald
  4. Jenny Wijnands Out:
    10 juni 2016
    ongelooflijk hoe ver je al bent...lijkt alsof je net weg gegaan bent. nog even bikkelen en je ligt op dat wel verdiende strand! jammer dat de verhalen dan ook over zijn. ik heb ervan genoten.
  5. Suzanne:
    10 juni 2016
    Lieve Pamela,
    Je hebt het geflikt!! Ik ga er voor het gemak vanuit dat je nu i met je afgetrainde lijn op het strand ligt met je lief.
    Wat heb ik genoten van je verhalen, waarin je je gevoelens ook niet uit de weg ging.
    Top lieverd, nog een fijne vakantie samen.
    Liefs,
    Suzanne
  6. Allard:
    10 juni 2016
    Jaaaa bijna! Ik lees je verhalen met veel plezier! Zet 'm op nog even en groeten straks aan Matthijs!
  7. Ellie:
    10 juni 2016
    Eigenlijk is het vandaag al afgelopen,morgen fiets je alleen nog een ereronde. Dat gaat alsof je op lauweren fietst, nou nog een Nederlandse vlag op je schouders en Matthijs met tulpen aan de meet. We hebben genoten van je verhalen en zullen ze missen. Ontzettend veel plezier met je zo gegunde vakantie, wij nemen afscheid voor nu van je, met een diepe diepe buiging.
  8. Natascha:
    10 juni 2016
    Lieve, stoere Pamela,
    Oh, gij kanjer! Jaloers en ontzag, zijn de woorden die bij me opkomen nu. Want wat ontzettend gááf, wat je gedaan hebt en wat knáp! *neemt petje af en buigt diep*
    Maarre... Als je deze rit jezelf niet bent tegengekomen (zelfs niet met 3 olifanten in je nek een berg heen én terug fietsen...!), dan ben ik 'bang' dat je hierna naar een volgende uitdaging op zoek gaat, om die man met de hamer alsnog te ontmoeten... *grinnikt*
    O, o...., is hier een 'dare devil' geboren...
    Knuffel van ons hier enne... laat die blanke voetjes niet verfikken in de branding.

    Xxx Natascha
  9. Ilonka:
    10 juni 2016
    Jaaaaaaa!!! Je bent er bijna!! Ongelofelijk!! Dat heb jij toch maar even geflikt! Ondanks de hitte, de zware olifanten en de gesloten campings ben jij blijven genieten! Dat is al een hele kunt! Goed gedaan chickieee!! Heel veel succes je laatste dagje fietsen, dat zal idd wel vreemd zijn! Een hele dikke knuffel voor mijn kanjer!
  10. Greetje:
    10 juni 2016
    Heb zo juist,onder het genot van een bekertje koffie,van je laatste reisverhaal genoten.Ik maak opnieuw een diepe buiging voor je en voor je fenomenale prestatie !!Ik word al moe van het lezen,laat staan van het presteren.Ik wens je een bijzonder goede en makkelijke laatste rit en dan vooral een liefdevolle hereniging met je vriend.Een dikke knuf van je oudtante.Ik wens je na afloop van deze onderneming een fantastische tijd samen met Mathijs.Liee groet van tante Gré
  11. Nico Deinum:
    10 juni 2016
    Lieve Pamela, je hebt het nondeju gewoon geflikt meid !! Wij vinden het hartstikke stoer en we hopen dat je nog een heerlijke vakantie hebt, lekker met Matthijs. Lieve groetjes uit Venlo